Jump to the content of the page

Fysieke principes achter de methode

Elektrische geleidbaarheid is een belangrijke materiaaleigenschap die getuigt van hoe goed een metaal elektriciteit doorlaat, terwijl ook gevolgtrekkingen kunnen worden gemaakt over de samenstelling, de microstructuur of de mechanische eigenschappen van dat metaal.

De fase-gevoelige wervelstroom testmethode wordt gebruikt in overeenstemming met de DIN EN 50994 norm om deze belangrijke hoeveelheid te bepalen.

Hoe werkt de oplossing?

Fasegevoelige wervelstroomsondes bestaan uit een ferrietkern waar twee spoelen omheen gewikkeld zijn. Eerst genereert een stroom in de exciterspoel een hoogfrequent magnetisch veld (in het kHz-MHz-bereik). Dit creรซert wervelstromen in de sample. 

De tweede spoel van de probe, de meetspoel, meet de wisselstroomweerstand (impedantie). De impedantie van de sonde wordt gewijzigd door de wervelstromen in het monster en - in vergelijking met de excitatiestroom (sonde zonder monster) - vervolgens faseverschuiving (fasehoek ฯ†).

De fase ฯ† is direct afhankelijk van de elektrische geleidbaarheid van het materiaal.

Lift-off effect

In de fasegevoelige wervelstroommethode heeft de amplitude van de complexe impedantie geen invloed op het meetsignaal. Daarom hoeft de sonde niet direct op het te testen object te worden geplaatst. Lift-off compensatie maakt metingen op een afstand van ongeveer 200-700ยตm mogelijk. Dit effect kan worden gebruikt om onderdelen te inspecteren die in een folie zijn gewikkeld of zijn geverfd.

Hier is waar u op moet letten tijdens de meting

Alle elektromagnetische testmethodes zijn vergelijkend. Dit betekent dat het gemeten signaal wordt vergeleken met een karakteristieke curve die in het apparaat is opgeslagen. Om het resultaat correct te laten zijn, moet de karakteristieke curve worden aangepast aan de stroomomstandigheden. Dit wordt bereikt door middel van kalibratie. 

Een correcte kalibratie maakt het verschil!

Factoren die de geleidbaarheidsmetingen met de fasegevoelige wervelstroommethode sterk kunnen beรฏnvloeden zijn vooral de temperatuur en de dikte van het monster. Bovendien moet de operator er bij alle metingen altijd voor zorgen dat de sonde correct gepositioneerd is.

Temperatuur

De temperatuur heeft een sterke invloed op de geleidbaarheid van een metaal. Daarom wordt het geleidingsvermogen volgens afspraak gegeven bij de referentietemperatuur van 20ยฐC. Als de omgevingstemperatuur tijdens de meting anders is, kan het gemeten geleidingsvermogen worden omgerekend naar de conventionele specificatie. Voor dit doel zijn enkele van de geleidbaarheidssondes van Fischer uitgerust met een temperatuursensor.

Dikte van het monster

Als het monster niet dik genoeg is, bijv. zoals bij sommige munten of dunne platen, is de voortplanting van de wervelstromen beperkt. Dit kan een grote invloed hebben op het meetresultaat. Daarom moet de indringdiepte van de wervelstromen via de sondefrequentie. 

Invloed van de gebruiker

Last but not least speelt ook de manier waarop het meetapparaat wordt bediend een grote rol. Zorg er altijd voor dat de sonde verticaal op het oppervlak en zonder druk is ingesteld. Voor een betere nauwkeurigheid kan een standaard worden gebruikt om de sonde automatisch op het monster te laten zakken.

Jump to the top of the page